Werken op afstand in het openbaar ambt en benodigde apparatuur

Wettelijk kader

Het koninklijk besluit van 10 april 2022 tot wijziging van diverse bepalingen inzake telewerk en satellietwerk in het federaal administratief openbaar ambt (BS van 20 april 2022) heeft tot doel de regeling rond telewerk voor de personeelsleden van het federaal administratief openbaar ambt bij te sturen en aan te passen aan de gewijzigde arbeidsomgeving en arbeidsomstandigheden. Telewerk, en bij uitbreiding satellietwerk, of kortweg ‘het systeem van werken op afstand’, is niet langer een uitzondering die enkel van toepassing is voor een beperkte groep personeelsleden. Door de digitalisering kunnen immers steeds meer taken op afstand worden uitgevoerd.

Wijzigingen

De wijzigingen raken niet aan de basisprincipes van het werken op afstand; het vrijwillig karakter wordt herbevestigd en het plafond van het aandeel van telewerk in de totale arbeidsduur blijft bepaald op maximum drie vijfde van de arbeidsregeling van het personeelslid op jaarbasis. Afwijkingen op dat plafond kunnen enkel op vraag van het personeelslid worden toegestaan door de P&O-directeur.

Apparatuur

Het KB van 10 april 2022 wijzigt onder meer de modaliteiten voor het beschikbaar stellen van de benodigde apparatuur in geval van op afstand werken. Het was al voorzien dat de werkgever verantwoordelijk was voor het beschikbaar stellen van de benodigde apparatuur. Het gewijzigde artikel 10 bepaalt echter dat hij daarnaast ook verantwoordelijk is voor het beschikbaar stellen van een tweede voeding en eventueel ergonomisch materiaal (zoals een headset, een tweede beeldscherm en een bureaustoel) vanaf het moment dat een telewerker gemiddeld twee dagen per week telewerk verricht.

Bron: Koninklijk besluit van 10 april 2022 tot wijziging van diverse bepalingen inzake telewerk en satellietwerk in het federaal administratief openbaar ambt