Gezondheidstoezicht: periodiciteit geneeskundige onderzoeken aangepast

Het KB van 14 mei 2019 past de codexbepalingen inzake de periodiciteit van de gezondheidsbeoordelingen in het kader van het gezondheidstoezicht aan. De frequentie van de geneeskundige onderzoeken wordt voor de meeste risico's van jaarlijks naar tweejaarlijks gebracht en afgewisseld met aanvullende medische handelingen.
©:

preventActua 2019/13

Laatste wijziging:

Wettelijk kader

Het KB van 14 mei 2019 tot wijziging van de codex over het welzijn op het werk, wat het periodiek gezondheidstoezicht betreft, is op 11 juni 2019 verschenen in het Belgisch Staatsblad. Het KB heeft vooral wijzigingen aangebracht in Boek I Algemene beginselen, Titel 4 Maatregelen in verband met het gezondheidstoezicht op de werknemers van de codex. Verder is doorheen de volledige codex de term 'geneesheer' in 'arts' gewijzigd (lees ook Arbeidsgeneesheer wordt arbeidsarts)

Achtergrond

De bepalingen voeren wijzigingen door op het vlak van de periodiciteit van het gezondheidstoezicht. Doel is om enerzijds het gezondheidstoezicht te verzekeren en anderzijds een oplossing te bieden voor het toenemend tekort aan preventieadviseurs-arbeidsartsen. Uit cijfers van Co-Prev blijkt dat ongeveer 1,5 miljoen werknemers aan jaarlijkse periodieke gezondheidsbeoordelingen onderworpen zijn. In 2017 werden er daarvan 82% effectief onderzocht. Deze cijfers behelzen enkel de gegevens van de externe diensten. En aangezien het er niet naar uitziet dat het tekort aan arbeidsartsen de volgende jaren zal opgelost worden, is het belangrijk om de beschikbare mensen en middelen zo efficiënt mogelijk in te zetten. Door de frequentie van de onderzoeken door de arbeidsarts in het kader van het periodiek gezondheidstoezicht terug te dringen, komt er meer tijd vrij voor andere taken zoals bijvoorbeeld spontane onderzoeken, re-integratiebeoordelingen, maar ook voor een meer actieve deelname aan het beleid welzijn op het werk in het bedrijf.

Periodiek gezondheidstoezicht

In het gewijzigde artikel I.4-30 wordt aangegeven dat het periodiek gezondheidstoezicht een gezondheidsbeoordeling omvat én aanvullende medische handelingen. De gezondheidsbeoordeling bestaat uit een anamnese en een klinisch onderzoek uitgevoerd door de arbeidsarts. De arbeidsarts moet nagaan of de gezondheidstoestand van de werknemer verenigbaar is met de uitgeoefende arbeid. De conclusie omtrent deze geschiktheid noteert de arts in het formulier voor de gezondheidsbeoordeling (bijlage I.4-2). Het document moet ingevuld worden in drie exemplaren waarvan één exemplaar bestemd is voor het gezondheidsdossier van de werknemer. De andere twee zijn voor de werkgever en de werknemer.

Tweejaarlijkse onderzoeken

De frequentie van de gezondheidsbeoordelingen (medische onderzoeken) door de arbeidsarts in het kader van het periodiek gezondheidstoezicht wordt voor de meeste risico's teruggebracht van jaarlijks naar tweejaarlijks. Het principe van een jaarlijkse opvolging blijft echter behouden aangezien er voorzien wordt in aanvullende medische handelingen, die wel jaarlijks worden georganiseerd (zie standaardschema in tabel 1). De frequentie van de geneeskundige onderzoeken en de medische handelingen is vastgelegd in de nieuwe bijlage I.4-5 (zie ook verder onder 'Periodiciteit').

Aanvullende medische handelingen

De aanvullende medische handelingen houden verband met het risico waaraan de werknemers worden blootgesteld tijdens het uitvoeren van hun functie. Het gaat over biomonitoring (bv. bloedonderzoek, urinetests), technische onderzoeken (bv. longfunctietest, audiometrie), maar ook over specifieke medische vragenlijsten.
De uitvoering van deze aanvullende medische handelingen kan gedaan worden door de arbeidsarts maar het mag ook toevertrouwd worden aan een verpleegkundige. Deze handelingen door de verpleegkundige blijven wel onder de verantwoordelijkheid van de arbeidsarts, die ook de resultaten van de handelingen moet interpreteren (art. I.4-30§1).

Medische vragenlijsten

Een aanvullende medische handeling kan ook de afname zijn van een medische vragenlijst. De eisen waaraan zo'n vragenlijst moet voldoen, zijn vastgelegd in art. I.4-30§2. De vragenlijst mag elektronisch of schriftelijk uitgestuurd worden naar de betrokken werknemer, maar moet ook steeds samen met de verpleegkundige (of arbeidsarts) overlopen worden om na te gaan of alles goed begrepen is. In de vragenlijst moeten in ieder geval ook de contactgegevens van de arbeidsarts staan en het recht op een spontane raadpleging.
Voor het opstellen van deze vragenlijsten werken de externe diensten samen om gestandaardiseerde, wetenschappelijk onderbouwde vragenlijsten te ontwikkelen. Op die manier wordt het mogelijk om de gegevens te analyseren, zowel op bedrijfsniveau als meer algemeen (bv. sector, functies) en zo waardevolle informatie te verzamelen voor het bijsturen van het preventiebeleid.

Periodiciteit

De frequentie voor de gezondheidsbeoordelingen en de aanvullende medische handelingen staat beschreven in bijlage I.4-5. Standaard ziet het schema eruit zoals aangegeven in tabel 1. Hieruit blijkt dat een gezondheidsbeoordeling doorgaans wordt uitgevoerd in samenhang met een aanvullende medische handeling. De aanvullende medische handeling wordt voorafgaand georganiseerd, m.n. onmiddellijk ervoor tot maximaal één maand op voorhand (bv. medische vragenlijst uitsturen één maand voor het onderzoek). Het jaar daarna is er enkel de tussentijdse aanvullende medische handeling voorzien. Opmerking daarbij is dat de voorafgaandelijke gezondheidsbeoordeling behouden blijft. Op die manier krijg je dus een soort 'nulmeting' voor de aanvang van het werk, daarna een eerste opvolging in het eerste jaar en vanaf dan is de frequentie tweejaarlijks met jaarlijkse aanvullende medische handelingen.

Tabel 1 - Standaardschema voor de frequentie van de gezondheidsbeoordelingen en de aanvullende medische handelingen

 
Gezondheidsbeoordeling
(medisch onderzoek door arbeidsarts)
Aanvullende medische handeling
Jaar 0
x*
x
Jaar 1
x
x
Jaar 2
 
x
Jaar 3
x
x
Jaar 4
 
x
Jaar 5
x
x
Jaar 6
 
x

*Dit is het voorafgaandelijk geneeskundig onderzoek

In functie van het risico

Bovenstaand standaardschema geldt niet voor alle risico's. Voor sommige risico's blijft de frequentie van het jaarlijks geneeskundig onderzoek behouden. Dit is bijvoorbeeld het geval bij blootstelling aan kankerverwekkende, mutagene en reprotoxische agentia, en ook asbest. Voor andere risico's is de frequentie naar drie- of vierjaarlijks gebracht. Voorbeelden zijn musculoskeletale belasting (manueel hanteren van lasten) bij werknemers jonger dan 45 jaar en nacht- of ploegenarbeid zonder bijzondere risico's. Ook de frequentie van de tussentijdse aanvullende medische handelingen is niet voor alle risico's hetzelfde. Bijlage I.4-5 geeft een volledig overzicht. Tabel 2 somt een aantal voorbeelden op waarbij telkens wordt aangegeven wat de frequentie van het geneeskundig onderzoek is, alsook de aard/frequentie van de aanvullende medische handelingen. Indien één werknemer onderworpen is aan het gezondheidstoezicht omwille van meerdere risico's, geldt steeds de hoogste frequentie.

Tabel 2 - Frequentie van de medische onderzoeken en de aard en frequentie van de aanvullende medische handelingen
(voorbeelden, vereenvoudigd weergegeven; volledige inhoud, zie bijlage I.4-5 van de Codex)

 
Gezondheidsbeoordeling 
(medisch onderzoek door arbeidsarts)
Aanvullende medische handelingen
Risico 
Frequentie 
Aard van de handeling 
 
Frequentie van de (tussentijdse) aanvullende medische handelingen
Veiligheids- of waakzaamheidsfunctie
tweejaarlijks*
vragenlijsten en/of andere handelingen (bepaald door de arbeidsarts), bv. een visustest, een audiogram, een elektrocardiogram, ...
jaarlijks 
Blootstelling aan
kankerverwekkende, mutagene en reprotoxische agentia, en ook asbest
jaarlijks
de medische handelingen zoals omschreven in bijlage VI.1-4 Opsporingstechnieken (bv. bloed- of urinetesten)
frequentie zoals aangegeven in bijlage VI.1-4 Opsporingstechnieken (om de 3, 6, 9 of 12 maanden)
Blootstelling aan
andere chemische agentia
tweejaarlijks
Blootstelling aan lawaai
i.f.v. de blootstelling
≥ 87 dB(A): jaarlijks
≥ 85 dB(A): driejaarlijks
≥ 80 dB(A): vierjaarlijks
 
audiogram
tweejaarlijks; geen tussentijdse handelingen; enkel voorafgaand/samen met het geneeskundig onderzoek
Belasting van ergonomische aard o.w.v. manueel hanteren van lasten
of 
o.w.v. monotoon/tempogebonden werk
< 45 jaar: driejaarlijks
 
-
-
≥ 45 jaar: tweejaarlijks
 
vragenlijsten en/of andere handelingen (bepaald door de arbeidsarts)
 
tweejaarlijks, in het jaar dat er geen medisch onderzoek is, geen voorafgaand/samen met het geneeskundig onderzoek

*Uitz. i.f.v. de arbeidsomstandigheden en/of persoonlijke kenmerken, kan de arbeidsarts de frequentie naar jaarlijks brengen voor werknemers ouder dan 50.

Aangepaste frequentie

De arbeidsarts kan de vastgelegde frequentie van de gezondheidsbeoordelingen aanpassen. Bijlage I.4-5 voorziet reeds dat de arbeidsarts voor werknemers ouder dan 50 die een veiligheidsfunctie uitoefenen, de frequentie naar jaarlijks kan brengen omwille van de arbeidsomstandigheden of de persoonlijke kenmerken van de betrokken werknemer. Daarnaast kan de frequentie ook verhoogd worden door de arbeidsarts wanneer de aanvullende medische handelingen een ongewoon resultaat vertonen. Deze aanpassing is dan mogelijk op individueel niveau of voor een groep van werknemers (bv. werknemers die allen een gelijkaardig takenpakket hebben). De arbeidsarts motiveert zijn beslissing in een document dat door hem wordt ondertekend en dat ter beschikking wordt gehouden van de inspectie (toezicht welzijn op het werk). Ook de inspectie kan de frequentie van de medische onderzoeken of de aanvullende medische handelingen verhogen (art. I.4-32).

Rapportering

Naast de resultaten op individueel niveau (formulier gezondheidsbeoordeling, gezondheidsdossier), worden de resultaten van het gezondheidstoezicht ook globaal verzameld. De arbeidsarts moet regelmatig, en minstens één keer per jaar, aan de werkgever en aan het comité een globale rapportering verzorgen over de resultaten van het periodiek gezondheidstoezicht. Doelstelling is om preventiemaatregelen voor te stellen of aan te passen (art. I.4-32§6).

Spontane raadpleging

De aangepaste bepalingen benadrukken de mogelijkheden voor een spontane raadpleging. Zo moet er in de vragenlijsten telkens vermeld staan dat de werknemer een spontane raadpleging kan inroepen. Er wordt ook de verplichting opgelegd om alle werknemers (niet enkel de onderworpen werknemers) jaarlijks te informeren over de spontane raadpleging en daarbij informatie te geven over de contactgegevens van de preventieadviseurs, een beschrijving van de taken en de wijze waarop de contactname kan gebeuren (art. I.4-9 en art. I.4-37).

Ongewijzigde tarifering

De tarifering blijft ongewijzigd. De kosten voor het organisatie van het gezondheidstoezicht blijven dus hetzelfde voor de werkgevers. In de praktijk wordt het misschien wel wat complexer om alles goed op te volgen. Daarom is er voorzien dat de nieuwe bepalingen over twee jaar geëvalueerd zullen worden, vooral voor de wijze waarop de bepalingen in kmo's worden toegepast.

Inwerkingtreding

De bepalingen zijn in werking getreden 10 dagen na publicatie, op 21 juni 2019.

 

Bronnen
- KB van 14 mei 2019 tot wijziging van de codex over het welzijn op het werk, wat het periodiek gezondheidstoezicht betreft (BS 11 juni 2019)

- Edelhart Kempeneers, Advies Hoge Raad: nieuwe invulling van het periodiek gezondheidstoezicht

Please subscribe to plan

Lorem ipsum dolor sit amet, consectetur adipiscing elit, sed do eiusmod tempor incididunt ut labore et dolore magna aliqua. Ut enim ad minim veniam, quis nostrud exercitation ullamco laboris nisi ut aliquip ex ea commodo consequat. Duis aute irure dolor in reprehenderit in voluptate velit esse cillum dolore eu fugiat nulla pariatur. Excepteur sint occaecat cupidatat non proident, sunt in culpa qui officia deserunt mollit anim id est laborum.